بلاگ

Hi everybody, my name is Thomas. Welcome to the 2000 Core Dutch Words and Phrases video series! Each lesson will help you learn new words, practice, and review what you’ve learned. Ok! Let’s get started! First is… WORD 1 (NORMAL SPEED) verkoudheidsmedicijn (NORMAL SPEED) “cold medicine” (NORMAL SPEED) verkoudheidsmedicijn (SLOW) verkoudheidsmedicijn (NORMAL SPEED) “cold medicine” (NORMAL SPEED) een dosis verkoudheidsmedicijn (NORMAL SPEED) “serving of cold medicine” (SLOW) een dosis verkoudheidsmedicijn WORD 2 (NORMAL SPEED) voetsteun (NORMAL SPEED) “footrest” (NORMAL SPEED) voetsteun (SLOW) voetsteun (NORMAL SPEED) “footrest” (NORMAL SPEED) Ik rust mijn benen op de voetsteun voor mijn stoel. (NORMAL SPEED) “I rest my legs on the footrest sitting in front of my chair.” (SLOW) Ik rust mijn benen op de voetsteun voor mijn stoel. WORD 3 (NORMAL SPEED) nachtkastje (NORMAL SPEED) “nightstand” (NORMAL SPEED) nachtkastje (SLOW) nachtkastje (NORMAL SPEED) “nightstand” (NORMAL SPEED) Ik heb een foto van mijn vrouw op mijn nachtkastje. (NORMAL SPEED) “I keep a picture of my wife on my nightstand.” (SLOW) Ik heb een foto van mijn vrouw op mijn nachtkastje. WORD 4 (NORMAL SPEED) koffietafel (NORMAL SPEED) “coffee table” (NORMAL SPEED) koffietafel (SLOW) koffietafel (NORMAL SPEED) “coffee table” (NORMAL SPEED) Hou je voeten van de koffietafel alsjeblieft. (NORMAL SPEED) “Please keep your feet off the coffee table.” (SLOW) Hou je voeten van de koffietafel alsjeblieft. WORD 5 (NORMAL SPEED) bank (NORMAL SPEED) “sofa” (NORMAL SPEED) bank (SLOW) bank (NORMAL SPEED) “sofa” (NORMAL SPEED) woonkamerbank (NORMAL SPEED) “living room sofa” (SLOW) woonkamerbank WORD 6 (NORMAL SPEED) stoel (NORMAL SPEED) “chair” (NORMAL SPEED) stoel (SLOW) stoel (NORMAL SPEED) “chair” (NORMAL SPEED) Wanneer je in een comfortable stoel zit, studeer je makkelijker. (NORMAL SPEED) “It is easier to study when you are sitting in a comfortable chair.” (SLOW) Wanneer je in een comfortable stoel zit, studeer je makkelijker. WORD 7 (NORMAL SPEED) eettafel (NORMAL SPEED) “dinner table” (NORMAL SPEED) eettafel (SLOW) eettafel (NORMAL SPEED) “dinner table” (NORMAL SPEED) De eettafel is gedekt. (NORMAL SPEED) “The dinner table is set.” (SLOW) De eettafel is gedekt. WORD 8 (NORMAL SPEED) tafel (NORMAL SPEED) “table” (NORMAL SPEED) tafel (SLOW) tafel (NORMAL SPEED) “table” (NORMAL SPEED) Aan de keukentafel doen we ons huiswerk en spelen we spelletjes. (NORMAL SPEED) “We do homework and play games at the kitchen table.” (SLOW) Aan de keukentafel doen we ons huiswerk en spelen we spelletjes. WORD 9 (NORMAL SPEED) studeren (NORMAL SPEED) “study” (NORMAL SPEED) studeren (SLOW) studeren (NORMAL SPEED) “study” (NORMAL SPEED) samen studeren (NORMAL SPEED) “study together” (SLOW) samen studeren WORD 10 (NORMAL SPEED) kelder (NORMAL SPEED) “basement” (NORMAL SPEED) kelder (SLOW) kelder (NORMAL SPEED) “basement” (NORMAL SPEED) donkere kelder (NORMAL SPEED) “dark basement” (SLOW) donkere kelder PRACTICE/REVIEW Let’s review. Respond to the prompts by speaking aloud. First, you will hear a word or phrase in English. Respond in Dutch, then repeat after me, focusing on pronunciation. Ready? (Do you remember how to say “cold medicine?” Review 1) (3) (2) (1) verkoudheidsmedicijn (1) verkoudheidsmedicijn (And how to say “footrest?” Review 2) (3) (2) (1) voetsteun (1) voetsteun (What about “nightstand?” Review 3) (3) (2) (1) nachtkastje (1) nachtkastje (Do you remember how to say “coffee table?” Review 4) (3) (2) (1) koffietafel (1) koffietafel (Let’s try “sofa!” Review 5) (3) (2) (1) bank (1) bank (What about “chair?” Review 6) (3) (2) (1) stoel (1) stoel (Now, let’s see if you remember how to say “dinner table!” Review 7) (3) (2) (1) eettafel (1) eettafel (Another one! What about “table?” Review 8) (3) (2) (1) tafel (1) tafel (Do you remember how to say “study?” Review 9) (3) (2) (1) studeren (1) studeren (And finally, do you remember how to say “basement?” Review 10) (3) (2) (1) kelder (1) kelder Well done! See you next time! Tot ziens.